Goudzoekers
In Guyana en Suriname is goud in kleine hoeveelheden aanwezig in de ondergrond. Reeds in de 19e eeuw trok dit gelukszoekers aan die met primitieve zeeftechnieken trachtten het goudstof te verzamelen en dit met behulp van kwik tot klompjes te klonteren. In het boek 92 dagen – Een reis door Brits-Guyana en Brazilië (eerste druk dateert uit 1934) van Evelyn Waugh wordt een ontmoeting met goud- en diamantzoekers beschreven.
De goudwinning was tot de jaren ‘90 van vorige eeuw een informele, illegale sector. Vanop pontons groef men de bodem van de rivieren af op zoek naar goudstof.
Op zoek naar goud
24/7
Cuyuni-rivier (Guyana)
Vanaf de jaren ‘90 wordt gewerkt met grootschalige concessies, die aan buitenlandse mijnbouwbedrijven (zoals het Canadese Iamgold) worden gegund. Voor de Surinaamse staat is het een manier om een deel van de inkomsten via royalties en belastingen in het land te houden, maar ook de politieke elite pikt haar graantje mee. In het spoor van de grote bedrijven opereren nog altijd veel gelukszoekers op primitieve wijze. Zowel de mijnbouw in open putten als de ambachtelijke goudwassing hebben een nadelige impact op het milieu (ontbossing, kwikvervuiling,…).
Een reportage (met tekst en foto’s) over het mijnen naar goud in Suriname vind je op de webstek van MO:
https://www.mo.be/reportage/goudkoorts-suriname-over-winnaars-en-verliezers
In Suriname zijn heel wat Braziliaanse garimpeiros actief. De opbrengsten van hun vondsten versluizen ze naar Brazilië. De videoreportage Goudkoorts van BNNVARA focust op de activiteiten van zowel Braziliaanse als Surinaamse goudzoekers.