Wajang

Wajang is een Javaans woord en betekent schaduw of schim. Het schaduwpoppentheater uit Java is eeuwenoud. Reeds in de 9de eeuw zouden dalangs, poppenmeesters, hun verhalen op deze wijze hebben verteld. Omdat de Indiërs veel invloed hebben gehad op de Javanen, zijn de verhaallijnen vaak gebaseerd op de Indiase heldendichten Ramayana en Mahabharata. Elementen uit andere religies of tradities werden hier later aan toegevoegd.

Er bestaan verschillende vormen van wajang. Bij de wajang kulit wordt gebruik gemaakt van leren poppen (kulit betekent leer). Daarnaast zijn er ook opvoeringen met driedimensionale (wajang golèk) of platte houten poppen (wajang kroetjil) en zelfs toneelstukken met zwijgende acteurs-dansers (wajang wong).

De traditionele wajangvertoning wordt doorgaans opgevoerd ter gelegenheid van een belangrijke gebeurtenis in het leven van een individu of groep.

De dalang speelt alle karakters, en dat kunnen er best heel veel zijn. Hij moet dus allerlei soorten stemmen kunnen imiteren; van de deftige taal van de vorsten tot de boerse taal van de mensen op het platteland. Daarnaast zingt hij en dirigeert het gamelanorkest dat voor muzikale omlijsting zorgt.

 

Toen de Javaanse contractarbeiders migreerden naar Suriname, maakte het poppenspel mee de overtocht. Onder invloed van de westerse cultuur verminderde de interesse voor het wajangspel, ook al probeerden sommige poppenspelers om het mee te laten evolueren met de tijd, onder meer door de volkstaal (het Sranan) te gebruiken in plaats van het Hoogjavaans en door het spel ook met moderne liedjes op te luisteren.

Voor een impressie van het poppenspel en een interview met de enig overgebleven Surinaamse dalang kan ik je dit artikel aanbevelen:

Dhalang, de admiraal van de avond | blog (werkgroepcaraibischeletteren.nl)